Diederick de Boer (42) is M&A advocaat en sinds 2005 verbonden aan Lexence. Inmiddels is hij aandeelhouder en partner. Diederick begeleidt niet-beursgenoteerde deals, vaak met een internationaal karakter.
Kun je ons vertellen hoe de praktijk is ontstaan?
“Toen ik in 2005 bij Lexence in dienst kwam, hadden bedrijven vaak een algemeen huisadvocaat die alles deed. Ook fusies en overnames. Een generalistische praktijk dus. Aan de andere kant waren er de grote kantoren die overnames begeleidden op een gespecialiseerde manier en hoog niveau. Daartussen was niets. Dat bleek een gat in de markt. Er was ruimte voor hoog specialistisch werk, maar wel in een kleine setting. Bij grote kantoren is er vaak veel afstand tussen de advocaat en de cliënt. Er wordt gewerkt met grote teams en samengewerkt met corporate afdelingen. Dat is een minder persoonlijke aanpak en ook duurder, omdat er zoveel mensen bij betrokken zijn. Daarbij is het minder flexibel. Voor alles wordt een specialist ingeschakeld. Even snel een bochtje afsnijden? Dat is lastig. Er zijn ondernemers die dat niet prettig vinden. Ze willen de telefoon kunnen pakken en de senior advocaat kunnen spreken die op de hoogte is van hun zaak. Korte lijnen en pragmatisch werken, dat heeft de voorkeur.”
Jouw praktijk heeft ook steeds meer een internationaal karakter?
“Dat klopt. De wereld wordt kleiner en veel van mijn werk heeft een internationaal aspect. Zoals bijvoorbeeld een cliënt uit het buitenland die interesse heeft om iets in Nederland te doen, of een cliënt die interesse heeft in een onderneming die dochters heeft in het buitenland. Wij
zijn natuurlijk Nederlandse advocaten, dus wij adviseren over Nederlands recht. Maar er is altijd wel iéts dat een internationaal aspect heeft. De voertaal is dan ook Engels, ook als het een Nederlandse verhouding is. Bij Lexence worden we steeds vaker gevraagd om deals internationaal te coördineren. Recent heb ik bijvoorbeeld een overname in Frankrijk gedaan als lead counsel – advocaat van dienst – naar Frans recht.”
Maar waarom word jij dan überhaupt ingeschakeld?
“Omdat dat de vertrouwensrelatie is die je met de cliënt hebt. Een deal is een deal. Overal ter wereld gelden vergelijkbare principes. Een transactie draait doorgaans om een koopovereenkomst tussen aandeelhouders. Dat zijn grote documenten, maar de basisafspraken en basisprincipes komen vaak overeen. Een Japans contract verschilt niet veel van een Amerikaans contract als je kijkt naar hoe er omgegaan wordt met garanties en aansprakelijkheden bijvoorbeeld. In de nuances zit het verschil. Dan zegt de cliënt: ‘Het is voor ons moeilijk om een advocaat in het buitenland te vinden, jij bent te vertrouwen – we weten wie je bent en wat je kunt – wil jij dit voor ons coördineren?’ Onze internationale praktijk heeft zich enorm ontwikkeld. We zijn inmiddels een gevestigde naam en we moeten een beetje oppassen dat mensen niet gaan denken dat wij ook zo’n groot kantoor zijn. We zitten namelijk ook nog eens in een mooi pand. We zijn laagdrempelig, zowel intern – als partner heb ik mijn deur altijd openstaan zodat collega’s vragen kunnen stellen – als naar de cliënten toe.”
Cliënten kunnen je gewoon bellen?
“Exact. Sommige cliënten hebben er zelfs soms een beetje te weinig rem op zitten.”
Maar hoe ga je daarmee om dan?
“Mijn neiging is dat ik altijd aan sta. Dat kan heel intens zijn en het is ook niet altijd even makkelijk voor het thuisfront. Maar een relatie opbouwen met een cliënt is een investering en dat houdt niet op om vijf uur. Daarbij wil ik op kantoor ook verantwoordelijkheid nemen voor de mensen waarmee ik werk. Dat krijg je niet gedaan in veertig uur per week. It’s not that kind of job. Soms is het lastig, maar het werk brengt ook veel. Ik krijg er energie van en dan is het ook niet erg om hard te werken. De balans zien te vinden en ook ruimte hebben voor een privéleven: tja, dat kan soms een uitdaging zijn.”
En die reuring, dat past bij jou?
“Zeker. Als er nú iets moet gebeuren, dan geeft me dat energie. Time is of the essence in dit soort zaken. Wij werken ook heel effciënt. De lijntjes met teamleden zijn kort. Zo leiden we onze jonge M&A advocaten ook op: als het klantbelang dat vraagt dan ben je beschikbaar. Ik hou van mijn vak. Ik werk al 18 jaar voor dit kantoor en heb me nog geen moment verveeld.”